Vriendjespolitiek

September 27th, 2013

Tags: , ,

Ten eerste: wisten jullie dat Oscar Niemeyer 104 jaar oud geworden is? Dat soort leeftijden bereik je blijkbaar als je met Chavez en Castro hangt, terwijl je desalniettemin elitaire gebouwen ontwerpt en ze in een van de grootste landen ter werld baart. Dit ben ik vorige week te weten gekomen, in een tentoonstelling in MOMA over Le Corbusier, waar ik ook geleerd heb dat Le Corbusier en pseudonym is voor Charles-Edouard Jeanneret, en dat hij ook vrienden was met Philip Johnson, of in elk geval heeft Philip Johnson een boel dingen aan het Le Corbusier retrospectief geschonken. Op zich onverrassend, ik stel me voor dat als megalomane architect er behalve communistische wereldleiders weinig andere mensen zijn met wie je doorgaans gesprekken kunt voeren over hoe je graag heel Parijs zou willen platleggen.

Ne quid expectes amicos, quod tute agere possis.

Zo met de opkomst van de technocraten, of in ieder geval de grove aandikking van hun portemonees, willen internet jochie koningen ook graag meespelen in Washington. Aneesh Chopra, voormalig CTO van het witte huis, was gisteren hier in het lab juichend over de creatieve geesten die in een paar uur met overheidsdata een snelle app konden maken waarmee oorlogsveteranen thuis ook weer aan werk kunnen komen. Superleuk voorbeeld, maar behalve een tabel waarmee je je Military Occupational Specialty code kunt vertalen in gewone specialiteiten, is overheidsdata in tegenstelling tot zijn lofzang vooral niet een rauwe slurrie informatie die bevrijd kan worden door een pientere databaseingenieur. Vergeet het open-en-toegankelijk-zijn van bestaande data. Veel data wordt nooit verzameld, of selectief in bepaalde gebieden verzameld, of sommige aspecten worden verzameld, en andere veel interessantere vragen worden nooit gesteld.

Verder willen appontwikkelaars doorgaans meteen erkend worden voor een slimme, elegante, en snelle interventie in een rommelig ecosysteem van internettechnologie, en niet perse langdurig werkzame, super toegankelijke manieren ontwikkelen waarmee de overheid overzichtelijker en doorzichtiger wordt. Leuk dat er allemaal apps gemaakt worden, maar als ze nooit gedistribueerd worden en een paar maanden later van het internet verdwijnen heb je er weinig aan. Volgens Chopra in de Q/A aan het einde kun je dit omzeilen door als overheid bepaalde bedrijfsmodellen te stimuleren… goed idee behalve dat hij zelf niet in de overheid zit, dus dat wordt moeilijk.

Ik word erg moe van de beleidsmakers die zichzelf dikke schouderkloppen geven omdat ze de afkorting API kennen. Zie hier iedereen in het roster van het (geen grap) I love APIs conferentie. Een API maakt je niet open. Sterker nog, een API kan een zeer beklemmend effect geven aan een server die alleen toegankelijk is door slecht ontworpen en gebottleneckte API calls. Gestandardiseerde dataformaten, overneembare databases, en de mogelijkheid om niet-bestaande data aan te vragen (van satellieten, van enquetes op belastingsformulieren, van CCTV camera’s…) komen dichter in de buurt.








infosyncratic.nl is by nadya peek. she'd love to hear from you.